Fotograaf worden: waarom fotografie workshops zo frustrerend kunnen zijn
En hoe je ervoor zorgt dat je wél alles uit je workshops haalt
Dit is geen blog met een verhaal over slechte fotografie workshops. Juist het tegenovergestelde! Ik moedig het volgen van training op ieder vlak altijd aan. Ik heb zelf ook verschillende fotografie workshops gevolgd en daar veel van opgestoken. Toch kan het soms tegenvallen wat je echt van zo’n dag onthoudt. In deze blog leg ik uit hoe ons brein leert en hoe je dat kunt inzetten om meer te halen uit je volgende fotografie workshop.
Misschien heb je het wel eens meegemaakt na een workshop. Je bent bij je grote voorbeeld geweest en hebt veel toffe dingen gezien en gedaan. Een week later ga je vol zelfvertrouwen aan de gang, maar je komt er niet helemaal uit. Jouw foto’s zien er niet uit zoals tijdens de workshop. Hoe kan dat? Dat heeft alles te maken met hoe ons brein informatie verwerkt. Als HBO docent wil ik je een klein beetje meenemen in de wereld van pedagogiek en didactiek zodat je de volgende keer veel meer rendement uit je fotografie workshops haalt.
Niveaus van denken
Om te beginnen is het goed om te begrijpen hoe wij nieuwe dingen leren. In het onderwijs wordt veel gewerkt met de ‘taxonomie van Bloom’. Dit model beschrijft 6 niveaus waarop wij als mens informatie eigen maken. In deze blog vertel ik je graag wat meer over de onderste 3 niveaus:
- Onthouden van informatie
- Begrijpen van informatie en deze kunnen uitleggen
- Toepassen van informatie in een nieuwe situatie
Dit zijn de niveaus waarop we met nieuwe informatie aan de gang kunnen gaan. Op welk niveau we terechtkomen is sterk afhankelijk van hoe deze informatie wordt aangeboden door de docent of instructeur. Als fotograaf wil je natuurlijk het liefste op niveau 3 terechtkomen, dan kun je zelf met je verworven kennis aan de slag. Maar hoe kom je daar? Ik neem je mee door het model van Bloom.
Bron: talentstimuleren.nl
Informatie onthouden
Te beginnen met het onderste niveau onthouden. Als we tijdens een workshop nieuwe informatie ontvangen dan wordt dat als eerste op het laagste niveau verwerkt. Laat ik een simpel voorbeeld geven. Als beginnende fotograaf maak je kennis met de ‘belichtingsdriehoek’. Wanneer beheers je de informatie over de belichtingsdriehoek? Is het genoeg als je kunt vertellen dat deze bepaald wordt door de ISO waarde, het diafragma en de sluitertijd en dat je hiermee de belichting van een foto kunt bepalen?
Je voelt al aan, deze louter theoretische kennis helpt je nog niet in praktijk. Je bent nu op het niveau waarop je begrippen herkent en kunt beschrijven als iemand ernaar vraagt. Het kost nog iets meer moeite om van onthouden de stap te zetten naar het begrijpen van de informatie. Ander interessant feitje: we onthouden slechts 5% van de informatie die ons wordt verteld (Piramide van Bales). Laat dit even bezinken voordat je verder leest!
Leerpiramide van Bales. Bron: leer.tips
Informatie begrijpen
We weten nu dat relatief weinig informatie blijft hangen als we naar een uitleg luisteren. Om informatie makkelijk te onthouden helpt het om niet alleen dingen uit je hoofd te leren, maar het vooral proberen te begrijpen. Als je iets begrijpt kan je in je eigen woorden informatie samenvatten. Het zorgt ervoor dat je in staat bent om in theorie het juiste antwoord op een vraag te formuleren. Laten we de belichtingsdriehoek nog even als voorbeeld nemen. Als docent geef ik je de onderstaande mini casus:
Een camera staat ingesteld op ISO 200, diafragma f4.0 en een sluitertijd van 1/125s. De fotograaf besluit zijn diafragma aan te passen naar f5.6.
- Wat betekent dit voor de belichting?
- Op welke ISO moet de fotograaf zijn camera instellen om dezelfde belichting te krijgen als in de uitgangssituatie?
Je merkt nu dat je een bepaalde begripsvorming nodig hebt van de belichtingsdriehoek om deze vragen te kunnen beantwoorden. Als je deze vragen goed weet te beantwoorden beheers je de informatie rondom de belichtingsdriehoek op niveau 2 van Bloom.
Wist jij trouwens de antwoorden? Laten we eens kijken naar de antwoorden:
- De belichting gaat met 1 stop naar beneden. Anders gezegd de hoeveelheid licht die op de sensor valt wordt gehalveerd. Dit komt omdat het diafragma van f4.0 naar f5.6 precies 1 stop minder licht is.
- Door de ISO te verdubbelen van ISO 200 naar ISO 400 is de aanpassing van het diafragma weer gecompenseerd. Hierdoor is de belichting gelijk als in de uitgangssituatie. ISO 200 f4.0 en ISO 400 f5.6 leveren dezelfde belichting op bij een gelijkblijvende sluitertijd.
In de antwoorden lees je al terug dat je een begrip moet hebben van ‘stops’ en wat dat betekent voor je belichting. Als je in staat bent om bovenstaande vragen in theorie goed te beantwoorden heb je vastgesteld dat je deze informatie beheerst op niveau 2 van Bloom.
De rol van de docent in jouw leerproces
Als we even terugdenken aan de vragen die gesteld werden bij de eerste twee niveaus dan merk je dat het verschillende type vragen zijn. Het eerste niveau zijn vragen als: Wat is de definitie van …. In ons voorbeeld de definitie van de belichtingsdriehoek. Op niveau 2 zijn het vooral vragen als: Leg uit wat/hoe/wanneer/etc. ……
Als ik tijdens een les dingen uitleg dan daag ik studenten alleen maar uit op het eerste niveau van Bloom. Ik probeer kennis in de hoofden te stoppen. We weten inmiddels hoe weinig succesvol dat is en dat de gemiddelde persoon slechts 5% onthoudt van wat hij die dag hoort. Zit jouw hoofd helemaal vol met nieuwe informatie na een workshop, dan weet je dat je het meeste ook weer zal vergeten. Als een workshop vol zit met informatie is dat dus niet persé een goed iets, zeker wanneer de instructeur vooral uitlegt.
Gelukkig kunnen we de leeropbrengst verhogen als er een duidelijke demonstratie is van de theorie: je onthoudt dan maximaal 30% van wat je hebt gehoord. Een demonstratie van de theorie gaat verder dan ‘laten zien hoe iets moet’. Het verhaal: “zo doe ik het altijd”, helpt jou niet om de theorie te begrijpen. In plaats daarvan moet de instructeur laten zien hoe iets wérkt. Mensen die vooral op hun gevoel fotograferen zijn dus niet de beste docenten om anderen te helpen begrijpen. Ze kunnen vaak niet uitleggen of onderbouwen waarom ze het op hun manier doen en niet op een andere manier. Een briljant fotograaf kan tegelijkertijd een waardeloze docent zijn.
Tijdens een les probeer ik mijn studenten dus vooral uit te dagen zelf na te denken. Dat doe ik door vragen te stellen en ze de lesstof aan elkaar te laten uitleggen. Maar ook door met elkaar in discussie te gaan over het juiste of gewenste antwoord. Door hardop te redeneren ben je bezig informatie te gaan begrijpen. Kijken we nog even naar de piramide van Bales dan zien we dat het leerrendement kan oplopen tot wel 50%. Dat is 10x zo hoog t.o.v. alleen luisteren!!
Als ik een fotografie workshop geef stel ik ook tussendoor regelmatig vragen aan mijn cursisten. Dit helpt ze om niet alleen de informatie beter te onthouden en te begrijpen, maar ook te ontdekken in welke mate ze het begrepen hebben. Als ze het nog niet helemaal begrepen hebben worden ze daar al tijdens de workshop bewust van. Zo kunnen ze weer vragen stellen om het nog beter te begrijpen. De meeste mensen stellen gemiddeld weinig vragen tijdens workshops. Wat wordt uitgelegd klinkt logisch op zo’n moment. Je bent je meestal nog niet bewust van wat je niet weet of begrijpt. Een andere manier om daar bewust van te worden is jezelf vragen te stellen. Zo toets je zelf in hoeverre je de lesstof hebt begrepen.
Informatie toepassen
We komen nu bij het niveau waarop je informatie gaat toepassen. Het is belangrijk om dit niveau iets meer toe te lichten. Toepassen betekent dat je informatie die je begrijpt kunt toepassen in een nieuwe situatie. Een workshop waarbij alles wordt klaargezet door de instructeur voldoet dus niet aan dit niveau. Laten we eens drie voorbeelden bekijken:
- De instructeur zet licht klaar met een mooi model. Na een korte uitleg wat hij heeft gedaan laat hij zien wat voor prachtig beeld je daarmee krijgt. Als deelnemer verbaas je je over het prachtige resultaat.
- De instructeur legt uit wat voor soort beeld hij wil maken. Hij geeft een eerste voorzet en vraagt de deelnemers hoe ze verder zouden gaan of waarom ze denken dat hij deze keuze maakt. Als deelnemer begin je een idee te krijgen hoe bepaalde keuzes geholpen hebben bij dit prachtige resultaat.
- De instructeur geeft de deelnemers de opdracht om een zelf een concept te bedenken en volledig uit te werken. Terwijl je bezig bent krijg je feedback en wordt je gevraagd om je keuzes te beargumenteren. Je ontvangt feedback op het proces en op je product (foto).
Als lezer herken je inmiddels denk ik wel de eerste drie niveaus van Bloom in deze voorbeelden. Je ziet gelijk wat voor grote rol een instructeur heeft op jouw leerproces en de uitkomst daarvan. In de praktijk blijven veel instructeurs hangen op het uitleggen en voordoen. Met de beste intentie van de wereld leggen ze enthousiast uit wat ze doen. Je merkt hier dat het op de eerste plaats gepassioneerde fotografen zijn, en geen ervaren docenten. Fotografen met meer aanleg voor didactiek zullen hun deelnemers uitdagen door ze actief te bevragen tijdens de workshop. Als deelnemer zal het gevoel van herkenning plaatsmaken door het gevoel van begrijpen. Je bent aan het einde van de workshop in staat om het thuis uit te leggen wat je die dag gedaan hebt.
Het derde niveau van toepassen wordt in de meeste workshop niet behaald. Hier is vaak de tijd niet voor, omdat de voorkennis van deelnemers erg wisselend is. De meeste workshops zijn voor iedereen toegankelijk. Het is commercieel aantrekkelijker om iedereen toe te laten. Om op het niveau van toepassen te kunnen oefenen is het noodzakelijk de eerste twee niveaus te beheersen. Anders blijf je als deelnemer in totale verwarring achter en wordt het een frustrerende ervaring. Omdat in praktijk het niveau van deelnemers wisselend is wordt zelden het niveau toepassen bereikt in een gemiddelde fotografie workshop.
Hoe kan ik meer leren van een workshop
Het doel van een workshop volgen is dat je de kennis uiteindelijk zelf kunt gaan toepassen in je eigen fotografie. Een hoop mensen raken teleurgesteld als dat niet lukt wanneer ze er na de workshop zelf mee aan de gang gaan. Hoe kan je nou zorgen dat het wel lukt? Eigenlijk is daar een heel simpel 3 stappenplannetje voor:
Stap 1 – Leerdoel vaststellen
Denk na wat jouw leerdoel is voordat je een workshop boekt. Stel voor dat leerdoel vast op welk niveau van Bloom je nu zit. Is het compleet nieuw voor je en worstel je met de theorie of worstel je vooral met het toepassen in praktijk?
Stap 2 – Juiste instructeur vinden
Zoek een instructeur uit die je kan helpen de stap te maken naar het volgende niveau. Hoewel het soms lastig is van te voren te bepalen wie een geschikte instructeur is, kan je soms via anderen wel informatie krijgen over de wijze van lesgeven. Wees bewust van je leerdoel en probeer te achterhalen wie jou daar het beste bij kan helpen. Iemand die voornamelijk met daglicht fotografeert is misschien niet de beste keuze voor een workshop flitslicht. Een tweede hulpmiddel is te kijken of een workshop vooraf concrete leerdoelen heeft geformuleerd. Je hebt dan meer zekerheid dat de instructeur bewust heeft nagedacht wat hij zijn deelnemers wil leren. Dat is een belangrijk verschil in jouw leerrendement.
Stap 3 – de kracht van herhaling
Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. De valkuil voor veel mensen is dat ze te lang wachten met het oefenen van de lesstof uit de workshop. Nieuwe kennis is ontzettend vluchtig en zakt snel weer weg. Door in het begin regelmatig het geleerde te herhalen wordt je er steeds beter in.
Wil je dus echt beter worden in je fotografie? Plan dan niet alleen de workshop, maar ook vast een fotoshoot waarmee je het geleerde kunt oefenen. Zo dwing je jezelf om kort na de workshop je kennis toe te passen in een nieuwe situatie. Je zal ongetwijfeld na één keer niet volledig tevreden zijn met je resultaten. Kijk kritisch naar de foto’s en stel jezelf de vraag: “Hoe had ik dit beter kunnen doen?” Formuleer vervolgens nieuwe doelen voor je volgende fotoshoot. Door heel bewust met leerdoelen te werken ga je gerichter oefenen. Zo wordt de kennis na verloop van tijd een deel van jezelf. Je hoeft dan niet meer hard na te denken om die kennis toe te passen in verschillende omstandigheden. Tegelijkertijd ontdek je misschien wel een nieuw leerdoel waar je in vastloopt. Hiermee kom je weer bij stap 1 uit van je stappenplan. Het nieuwe leerdoel is weer je vertrekpunt voor het zoeken naar een goede workshop en passende instructeur.